Een paar jaar geleden had ik nooit gedacht te zijn waar ik nu ben. Ik voelde mij van binnen onzeker en geloofde niet dat ik goed genoeg was, hoewel ik me daar destijds nog niet bewust van was. Zolang ik me kan herinneren, heb ik mezelf al vergeleken met anderen en keek ik tegen andere kinderen en mensen op. Wat ze zeiden, deden en voelden was beter, stoerder en mooier dan alles wat ik had. Ik paste me altijd aan mijn omgeving aan en had allerlei aannames over wat anderen van mij zouden verwachten. Ik waaide met alle winden mee en vond alles prima. Ik werd door vrijwel iedereen aardig gevonden (denk ik tenminste) en kreeg vaak complimenten over mijn sprankelende persoonlijkheid, gezelligheid en drukte. Ik zorgde er dan ook altijd voor dat ik deze eigenschappen liet zien en kon waarmaken.
Niemand had door hoe gestrest ik kon raken van een kleine, simpele opmerking. Ik was me hier zelf ook lange tijd niet bewust van en zag niet in dat ik me aanpaste. Langzaam begon de leegte in mezelf groter te worden en zag ik in waar dit vandaan kwam.
Hieronder een voorbeeld uit mijn journal: 29-09-2018: Een vriendin van mij zegt tegen mij dat ik haar vriend sowieso leuk ga vinden. Ze heeft hem verteld dat ik een superleuke, lieve meid ben. Vooral lekker gek en altijd gezellig. Hierdoor krijg ik het gevoel dat ik dit waar moet maken. Ik herken dit gevoel uit meerdere situaties, waardoor ik geforceerd leuk ga doen. Het is niet zo dat ik het niet leuk heb, maar ik ben kwijt of ik het zelf echt leuk vind of dat ik het doe omdat ik het gevoel heb dat het moet.
Ik draaide in elke groep prima mee. Ik stond op de voorgrond, maakte grapjes en was goed in contact leggen met anderen. Ik had een echte extraverte persoonlijkheid en werd gezien als iemand die altijd overal voor in was, niet snel ergens nee op zei en er altijd was voor de ander. Maar naast die gekkigheid stonden mijn voelsprieten altijd recht overeind en voelde ik heel snel als er iets met een ander was. Ik maakte hier dan ook altijd ruimte voor. Veel vrienden gaven aan het fijn te vinden om met mij te praten, maar als ze naar mij vroegen, deed ik mijn uiterste best om zo veel mogelijk te vertellen met zo min mogelijk woorden en emoties. Ik hield het kort omdat ik me bezwaard en opgelaten voelde. Het moest niet te lang over mij gaan, daar zat de ander vast niet op te wachten. Ik vond mezelf te serieus, gevoelig, zweverig en zeikerig. Als iemand ook maar even kort wegkeek, knipperde of geen extra vraag stelde, zag ik dat als bevestiging dat ik teveel ruimte in nam, wat meestal niet het geval was. Ik begon dan snel weer met vragen naar de ander.
Klik op de knop hieronder om naar mijn Instagrampost te gaan, waar je kan lezen wat ik deed om hier mee om te gaan.
Comments